Geschiedenis
Aanvankelijk was het de bedoeling dat in Antilopespoor een aantal torenflats van 8 verdiepingen zou worden gebouwd. Door nieuwe inzichten en andere woonwensen koos men toch voor gevarieerde laagbouw: ééngezinswoningen, parterrewoningen, maisonnettes en veel één- en tweepersoonswoningen, om precies te zijn 721 woningen in totaal.
In die tijd was er grote behoefte aan woningen voor jongeren. De bouw voor vooral jongeren was een mooi vooruitstrevend plan. Antilopespoor zou daarom een wijk worden, die ver vooruit liep op de bestaande inzichten in bouwen in heel Nederland.
Door het grote aantal jonge bewoners in de wijk was het belangrijk dat er veel parkeerplaatsen zouden komen. Speelgelegenheid zou naar behoefte ingericht worden.
Er kwam één toegangsweg: vanaf de Busdijk (nu Waterstede) over het bruggetje voor auto’s en een voetgangersbrug (passerelle) over de Safariweg naar het Bisonspoor. Voor groen was nauwelijks ruimte. Al voor de bouw begon werd in de gemeenteraad het hondenpoepprobleem besproken. (Nu ruim dertig jaar verder wordt daar nog steeds over gesproken.)
4 november 1976 werd de eerste paal geslagen. In juni 1977 werden de eerste woningen opgeleverd.
Al snel ontstonden er problemen in de wijk. Huisvesting van veel jongeren betekent dat je veel onervaren bewoners krijgt. Veel bewoners moesten nog leren hoe je met buren omgaat, hoe je met je huisvuil omgaat en hoe je met je leefomgeving omgaat. Er was veel vuil op straat, er waren drugspanden met daarmee samenhangende problemen, behoorlijk wat drankmisbruik en vooral veel jongeren op straat. Door dit alles voelden bewoners zich niet veilig in de wijk. Deze omstandigheden veroorzaakten al vanaf het allereerste begin een hoog verloop in de wijk.
De gemeente en woningbouwverenigingen hebben van alles geprobeerd om de situatie in de wijk te verbeteren. Er is zelfs even sprake geweest van de sloop van heel Antilopespoor.
De wijk kreeg een wijkbureau op nummer 185. Hierin hielden opbouwwerkers, de buurtbeheerder en politie spreekuur. Ook de wijkcommissie hield daar haar vergaderingen. Dit leidde trouwens ook weer tot problemen, want het was niet de bedoeling dat dit pand een soort buurthuis werd.
Talloze onderzoeken zijn gedaan naar de problemen in de wijk en het oplossen hiervan. Uiteindelijk heeft het Bureau STAD een uitgebreid onderzoek gedaan en een plan van aanpak gemaakt. De wijk moest een meer open structuur krijgen. Dit hoopte men te bereiken door 2 woonblokken (26 woningen) af te breken op de plek waar nu de ingang is. Ook werden 73 éénkamer-appartementen verbouwd tot 33 driekamer-appartementen, geschikt voor tweepersoons huishoudens en kleine gezinnen.
Op de koppen van de woonblokken bij de “nieuwe” ingang van de wijk werd hoogwaardige nieuwbouw toegevoegd met één lift, zodat die woningen toegankelijk zouden zijn voor ouderen. Door deze maatregelen werd het aantal jongerenwoningen in de wijk drastisch verminderd.
Bloembakken en zandbakken werden weggehaald, omdat die toch alleen maar als vuilnisbak werden gebruikt. Er werden meer containers geplaatst, die vaker geleegd werden en er kwam een buurtbeheerder, die de wijk netjes hield. Ook werden de passerelle naar Bisonspoor gesloopt en donkere plekken en allerlei rare hoekjes aangepakt, o.a. door het verplaatsen van schuurtjes, om de veiligheid van de bewoners te verhogen. In1994 begon men met de aanpassing van de wijk.
Al met al heeft Antilopespoor het na een gigantische, miljoenen kostende “verbouwing” overleefd, maar de vinger moet wel aan de pols gehouden worden.
Het ambitieuze bouwplan van de architect (waar hij trouwens nog een prijs voor heeft ontvangen) bleek in de praktijk niet zo geweldig te werken. Doordat er vanuit veel huizen geen zicht op de straatkant is, is ook de sociale controle minder. Het is niet zo dat het de bewoners niet interesseert wat er op straat gebeurt, maar men heeft er eenvoudigweg geen zicht op.
Het probleem van de winkelwagentjes werd in 2004 grotendeels opgelost, doordat supermarkt Dirk een ring rond het winkelcentrum liet aanleggen, waardoor hun winkelwagentjes niet buiten het winkelgebied konden komen. Albert Hein volgde later. Het probleem van de bankstellen en koelkasten naast de containers werd in 2005 opgelost (na de aanleg van ondergrondse containers en harde afspraken tussen de wijkcommissie en de gemeente) door het harde werk van de nieuwe agent van de reinigingspolitie.